Wij behandelen

Binnen deze praktijk worden volgende stoornissen opgevolgd en behandeld:

Spraakklankstoornissen (SKS) (articulatie)

Wanneer een kind een of enkele klanken niet correct kan vormen, spreken we van een fonetische articulatiestoornis. Het kan om een weglating, vervanging of vervorming gaan. Een voorbeeld hiervan is 'lispelen', waarbij de s wordt uitgesproken met de tong tegen of tussen de tanden. Vaak zien we dat de tong ook tussen de tanden wordt geduwd bij het slikken of in rust. Kijk voor meer info bij OMFT. 

Een fonologische stoornis is geen motorische stoornis, maar een talige stoornis. Het kind beseft niet dat klankcontrasten en regels bij het vormen van woorden belangrijk zijn bij de betekenistoekenning. Dat komt omdat het kind de regels van het klankensysteem van zijn moedertaal onvoldoende beheerst. Het past daarom zijn eigen regels toe. Alle jonge kinderen passen in de loop van hun ontwikkeling vereenvoudigingsprocessen toe. Maar wanneer het kind deze processen langer dan normaal toepast, of atypische processen toepast, spreken we van een fonologische stoornis. 

 

 

 

Dyslexie - dyscalculie

Onder dyslexie verstaat men ernstige tekorten op het vlak van leessnelheid en / of accuraatheid van lezen en / of op het gebied van het leren spellen.

Dyscalculie is een stoornis die wordt gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken- en wiskundevaardigheden. 

Dyslexie en dyscalculie kunnen los van elkaar bestaan, maar komen ook dikwijls samen voor of in combinatie met nog andere stoornissen.

Dyslexie of dyscalculie komt tot uiting als het kind begint te leren, dus in de loop van de lagere school.

Leerstoornissen komen voor bij 5 à 10% van de kinderen. Er zijn geen andere aanwijsbare problemen die een verklaring kunnen geven voor het bestaan van deze problematiek.

 

 

Taalproblemen

De taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon (de verschillende stadia van de taalontwikkeling). Bij een aantal kinderen kent deze ontwikkeling een vertraagd of afwijkend verloop.

De stoornis treft zowel de ontwikkeling van de taalvorm (verbuigingen,  vervoegingen en zinsbouw), de taalinhoud (woordenschat) als het taalgebruik.

Er is sprake van dysfasie wanneer er ernstige expressieve en/of receptieve taalstoornissen zijn, die hardnekkig blijven voortduren na de vijfde verjaardag en die ernstig interfereren met de sociale communicatie en /of dagelijkse activiteiten die mondelinge taal vereisen.

Myofunctionele problemen (OMFT)

Myofunctionele problemen (afwijkende mondgewoonten) zijn gewoonten die een negatieve invloed uitoefenen op de ontwikkeling van gebits- en kaakstructuren en waarvoor vaak orthodontische interventie noodzakelijk blijkt. Tot deze afwijkende mondgewoonten behoren o.a. zuiggewoonten, habitueel mondademen, afwijkende tongplaatsing in rust en afwijkend slikgedrag.

 

Duim, vinger - en of speenzuigen   

Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Wanneer een kind dit op driejarige leeftijd nog steeds doet is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van de spieren in en rond de mond afnemen. Door het zuiggedrag komt het regelmatig voor dat de spieren in en rond de mond verslappen, waardoor habitueel mondademen, open mondgedrag en afwijkend slikken kan ontstaan. Dit kan leiden tot een afwijkende vorm van het gebit dat incorrect articuleren tot gevolg heeft. Hierbij kunt u denken aan het praten met de tong tussen of tegen de tanden.

Open mondgedrag

Normaal gesproken is de mond gesloten, rust de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden en wordt er door de neus geademd. Wanneer de mond gedurende de dag regelmatig open is in rust (bijvoorbeeld tijdens tv kijken), is er sprake van open mondgedrag.Vaak ligt de tong dan slap onderin de mond en drukt de tong met een grote kracht tegen de tanden aan, waardoor de tanden naar voren worden geduwd. Daarnaast is er veelal sprake van slappe mondspieren en mondademen. Wanneer dit probleem niet behandeld wordt, is er kans op incorrect articuleren (bijvoorbeeld slissen), een afwijkende groei van de kaak, tanden en kiezen en is er een verhoogde kans op oorproblemen.

Habitueel mondademen

Habitueel betekent 'gewoonlijk'. Bij habitueel mondademen is de gewoonte ontstaan om door de neus te ademen terwijl de mond voldoende doorgankelijk is. Gevolgen van habitueel mondademen zijn een terugkerende infectie in de keel of van de amandelen of zelfs een middenoorontsteking. Daarnaast heeft habitueel mondademen invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen. 

Afwijkende tongligging in rust

Hierbij is de positie van de tong afwijkend. De tong ligt niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar op de mondbodem, tegen of tussen de tanden of te ver achterin de mond. Dit kan de stand van de tanden en kiezen en / of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden.

Afwijkend slikken

Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en / of kiezen aan duwt of wanneer de tong tussen de tanden en / of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en / of kiezen komt , zal dit invloed hebben op de vorm van het gebit.

 

Oro - myofunctionele therapie ( OMFT)  is een oefentherapie die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren in en om de mond. De therapie pakt daarmee de oorzaak aan van een of meerdere problemen en niet alleen de gevolgen van het verkeerde evenwicht.

 

 

Afasie

Afasie is een verworven taalstoornis na een beroerte of een trauma. Iemand met afasie verliest door een hersenletsel zijn vermogen om taal te begrijpen en/of te gebruiken.

verworven : in tegenstelling tot een aangeboren stoornis of een ontwikkelingsstoornis beschikte de persoon met afasie voor het ontstaan van de stoornis over een normale taal.

taalstoornis : de persoon heeft problemen met het uiten, begrijpen, lezen en schrijven van woorden en zinnen. De spraak en het denken zijn in principe normaal.

ten gevolge van een hersenletsel : meestal gaat het over een beroerte in de linker hersenhelft, bij de meeste personen liggen daar namelijk de voornaamste hersengebieden betrokken bij taalfuncties.

 

 

Stem

Onze stem is het instrument dat ons in staat stelt om verbaal te communiceren, zingen, emoties verbaal over te brengen. Kortom ons uit te drukken naar anderen. Soms werkt ons instrument niet meer zo goed, willen we het verder ontwikkelen of past het instrument niet bij onze identiteit.


Daarom is er stemtherapie en stemtraining. Globaal gezien heeft de stemtherapie als doel de natuurlijke stemmogelijkheden zo goed mogelijk herstellen tot een functioneel niveau na een verworven aandoening bv. postoperatief, na langdurig foutief stemgebruik met heesheid tot gevolg, traumata….Of de (gezonde) stem zo te trainen dat ze de taken en de uitdagingen waarvoor ze staat gemakkelijker aankan en kan dienen voor het doel dat de cliënt ermee voor ogen heeft ( binnen de maten van het mogelijke) bv. beroepssprekers, zangers, transgenders...


We maken een onderscheid tussen therapie en training. Bij stemtraining is er namelijk nog geen pathologie:

Het doel van stemtraining:


  • Het verbeteren van de stembelastbaarheid bij professionele stemgebruikers
  • Het optimaliseren van de stemkwaliteit, intensiteit-en toonhoogtebereik bij niet-pathologische stemmen.
  • Voorkomen van fonotrauma door verkeerd stemgebruik of stemmisbruik.

Het doel van stemtherapie:


  • Herstel begeleiden/bevorderen (bv. postfonochirurgie, stemplooiverlammingen, stemnandknobbels…) door stemsparende maatregelen en stemtechnische training.
  • Compenseren van vocale beperkingen (bijv. aanpassing toonhoogte/luidheid, technische aanpassingen bij beperkte belastbaarheid).
  • Voorkomen van foutieve compensatiegedragingen (spanningspatronen bij incomplete stemplooisluiting, hyperventilatie…).
  • Elimineren/verminderen van te veel spanning in het strottenhoofd.

We worden geboren met maar één stem/één persoonlijk instrument, daarom dragen we er beter zorg voor en proberen we er het beste uit te halen.